De belangrijkste zin in de fraaie oratie van Monique Kremer is, wat mij betreft, ‘Verzorgingsstaten maken mensen solidair’. Solidariteit is dus niet iets wat som‐ mige mensen wel hebben of voelen en anderen niet. Het is de context die maakt of mensen wel of niet solidair handelen. Burgers zijn in verzorgingsstaten solidair met volstrekte onbekenden, vandaar dat we wel spreken van anonieme solidari‐ teit. Voor sommigen (vooral veel economen) is dat een onbegrijpelijk mirakel, maar Kremer weet zich in goed gezelschap van sociologen die hebben laten zien hoe verzorgingsstaten ‘werken’: mensen hoeven zich niet a priori verbonden te weten, noch hoeven ze andere burgers bij voorbaat als gelijkgezinden te herken‐ nen, maar door de werking van de verzorgingsstaat worden burgers medeburgers. Ze blijven weliswaar anonieme anderen, maar ook daarmee kun je je voldoende verbonden weten om zonder veel weerstand grote delen van je salaris af te dragen aan premies en belastingen, in ruil voor zekerheid. Lees verder.